-
1 kloppen
3 [overeenkomen, passen] agree♦voorbeelden:1 kloppen tegen een muur • knock/tap on wallbinnen zonder kloppen • enter without knockinger wordt geklopt • there's a knock at the door2 met kloppend hart • with one's heart racing/poundingvol verwachting klopt ons hart • our hearts pound with anticipationkloppende pijn • throbbing painhet hart sneller doen kloppen • make one's heart beat fasterdat klopt • that's rightdat klopt met de feiten • that agrees/tallies with the factsII 〈 overgankelijk werkwoord〉2 [door slaan in een andere toestand brengen] beat3 [verslaan, overwinnen] beat♦voorbeelden:de dokter klopte de patiënt op de borst • the doctor palpitated the patient's chest2 eieren kloppen • beat/whisk eggshet kleed kloppen • beat the carpetde as van de sigaar kloppen • knock the ash from the cigar -
2 kruis
1 [lichaam, figuur; teken voor verenigingen] cross2 [strafpaal] cross5 [figuurlijk] [beproeving] cross6 [rooms-katholiek] [kruisgebaar] (sign of the) cross7 [met betrekking tot munten] head9 [stuit, (van dieren) het hogere deel op de rug] small of the back 〈 van mens〉; croup 〈 van dieren〉♦voorbeelden:een kruis zetten onder een stuk, een stuk tekenen met een kruis • make one's mark/put one's X (on a document)iemand aan het kruis slaan • nail someone to the crossdeze broek is te nauw in het kruis • these trousers are too tight in the crotch7 kruis of munt? • heads or tails?we zullen kruis of munt doen • we'll toss for itdit stuk heeft vier kruisen • this piece is in four sharps
Перевод: со всех языков на английский
с английского на все языки- С английского на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Французский